Robinia pseudoaccacia
Andere namen
Taal | Naam |
---|---|
nld | Robinia |
eng | Black locust |
lat | Robinia pseudoaccacia |
Algemeen
Hoogte | 25m |
Breedte | 15m |
Laag | canopy |
stikstof binder | ja |
USDA_hardiness1 | 4-9 |
Eetbaarheid1 | 3-5 |
Medicinaal1 | 2-5 |
Overig gebruik1 | 4-5 |
De standplaats van de robinia is niet erg vochtig. De soort gedijt goed op kalkrijke löss en leemhoudende zandgrond, maar doet het ook goed op lichte kleigrond. Daar is de robinia een snelle groeier: jaarlijks tot een meter in de hoogte en een centimeter in de dikte. Er bestaan ook minder snel groeiende cultivars. Uiteindelijk groeit de boom tot 30 m hoog en 50 cm dik. De boom kan 200 jaar oud of meer worden. Exemplaren ouder dan 250 jaar zijn zeldzaam. De stam van de robinia heeft diepe groeven. Meerstammigheid komt vaak voor. De jonge takken zijn kaal en hebben scherpe stekels. De bladeren zijn oneven geveerd, ontplooien zich vrij laat in het voorjaar (mei) en hebben 7 tot 19 eironde, gaafrandige blaadjes2.
De boom bloeit in mei, juni en juli, van vlak vóór tot vlak na het ontvouwen van de bladen. De bloemen zijn wit en vormen 10 tot 20 cm lange, sterk geurende trossen. De nectar kan 35 tot 59% suiker bevatten waardoor de boom veel bijen lokt. De acaciahoning is vloeibaar en geurig. In het najaar blijven 5 tot 15 cm lange kale peulen met zaden aan de boom hangen. De kleine, harde zaden kunnen tot 30 jaar later nog kiemen. Het wortelstelsel is breed en oppervlakkig maar heeft ook een penwortel. Hierdoor staat de Robinia zeer stevig in de grond en vermindert hij erosie op hellingen. Voor dat doel werd hij veelvuldig aangeplant op spoorwegbermen. De wortels hebben wortelknolletjes met bacteriën (Rhizobium) waardoor stikstof in de grond wordt gebracht door fixatie (mutualistische symbiose)2.
Gebruik
Robinia wordt als parkboom veel in steden aangeplant omdat hij niet alleen als een aantrekkelijke verschijning met mooie bloemen wordt gezien, maar ook goed bestand is tegen vervuiling. De bloemen van de robinia leveren nectar, dat door bijen wordt verwerkt tot acaciahoning. De bloemen worden gebruikt voor de bereiding van jam of om ze door meel te halen en dan licht te bakken. De bloemen worden ook gebruikt voor het maken van parfum2.
Hout
Als productieboom levert hij hardhout van duurzaamheidsklasse 1 met een zeer hoge weerstand tegen aantasting door insecten en rot. Voor een nog hogere weerstand wordt het hout soms bewerkt met speciale soorten olie, zoals bij andere soorten hardhout ook wel gebeurt. Het kernhout van de robinia is bruinig tot groenig geel, het spinthout is wit en slechts enkele jaarringen dik2.
Er is in Nederland met robinia een netto economische opbrengst van zaaghout mogelijk na minimaal 30 à 35 jaar. Er zijn tussenopbrengsten uit dunningen mogelijk van paalhout. Het paalhout rot niet snel en is duurzamer dan sommige soorten geïmpregneerd hout. De robinia heeft echter een grillige groei en de snoei is daardoor arbeidsintensief vakwerk2.
Reeds vroeg werd robiniahout vanwege zijn duurzaamheid gewaardeerd als steun voor wijnranken en vanwege zijn hardheid en sterkte (robinia is sterker dan eik) als grondstof voor wielspaken, laddersporten, houten kamwielen, nagels, pinnen en meubels, met name tuinmeubels; tegenwoordig ook wel voor speeltoestellen (buiten). Sinds het Europees importverbod voor niet duurzaam geteeld tropisch hardhout uit 2000 gaat het ook de concurrentie aan met soorten als teak en meranti. Grote robinia-plantages zijn er in Polen, Slowakije en vooral Hongarije. Robinia is het meest duurzame hout dat in West-Europa kan groeien. Het hout is, vanwege de grillige groei, moeilijk in grotere maten te krijgen. Daarnaast vereist het zorgvuldige droging omdat het nogal werkt, het neigt tot kromtrekken en barsten2.
Edible Uses
- Edible Parts: Flowers Oil Seed Seedpod
- Edible Uses: Condiment Drink Oil
De bloemen zijn heerlijk. Je kunt er beignets van maken of ze laten trekken in een creme of siroop zodat je van hun aroma kunt genieten. De smaak heeft noten van honing en oranjebloesem3.
Seed - cooked. Oily. They are boiled and used like peas. After boiling the seeds lose their acid taste. The seed is about 4mm long and is produced in pods up to 10cm long that contain 4 - 8 seeds. A nutritional analysis is available1.
Young seedpods - cooked. The pods contain a sweetish pulp that is safe to eat and is relished by small children. (This report is quite probably mistaken, having been confused with the honey locust, Gleditsia spp.) A strong, narcotic and intoxicating drink is made from the skin of the fruit. Piperonal is extracted from the plant, it is used as a vanilla substitute. No further details1.
All the above entries should be treated with some caution, see the notes at the top of the page regarding toxicity. Flowers - cooked. A fragrant aroma, they are used in making jams and pancakes. They can also be made into a pleasant drink1.
Medicinal Uses
- Antispasmodic
- Antiviral
- Aromatic
- Cancer
- Cholagogue
- Diuretic
- Emetic
- Emollient
- Febrifuge
- Laxative
- Narcotic
- Purgative
- Tonic
Febrifuge. The flowers are antispasmodic, aromatic, diuretic, emollient and laxative. They are cooked and eaten for the treatment of eye ailments. The flower is said to contain the antitumor compound benzoaldehyde. The inner bark and the root bark are emetic, purgative and tonic. The root bark has been chewed to induce vomiting, or held in the mouth to allay toothache, though it is rarely if ever prescribed as a therapeutic agent in Britain. The fruit is narcotic. This probably refers to the seedpod. The leaves are cholagogue and emetic. The leaf juice inhibits viruses1.
Other Uses
- Dye
- Essential
- Fibre
- Fodder
- Fuel
- Oil
- Soil stabilization
- Wood
Agroforestry Uses: This species has been widely planted for shelterbelts and windbreaks, and is also used to produce woody biomass for energy production. It suckers freely, especially if coppiced, and can be used for stabilizing banks etc. It is used in restoration and rehabilitation projects because its extensive root system holds and stabilizes the soil surface, it sprouts vigorously and prolifically, it increases soil fertility through nitrogen fixation, and it forms a leaf litter that protects the soil. Its main use has been in the rehabilitation of former surface mine sites and for erosion control, but it is also used to rehabilitate contaminated soils, depleted soils, gravel pits, and logged areas, and to stabilize railroad embankments and highway edges. The plant is often found as a pioneer on old fields, burned areas, and lands strip-mined for coal. The leaves are rich in tannin and other substances which inhibit the growth of other plants. The flowers are a rich source of nectar. Honey produced from this nectar is considered to be of high quality and fetches a price premium1.
Other Uses: A drying oil is obtained from the seed. An essential oil is obtained from the flowers. Highly valued, it is used in perfumery. A yellow dye is obtained from the bark. Robinetin is a strong dyestuff yielding with different mordants different shades similar to those obtained with fisetin, quercetin, and myricetin; with aluminum mordant, it dyes cotton to a brown-orange shade. The bark contains tannin, but not in sufficient quantity for utilization. On a 10% moisture basis, the bark contains 7.2% tannin and the heartwood of young trees 5.7%. The bark is used to make paper and is a substitute for silk and wool. The wood is close-grained, exceedingly hard, heavy, very strong (due to a high lignin content), resists shock and is very durable in contact with the soil. It weighs 45lb per cubic foot. It does not shrink much when drying. The wood is used in shipbuilding and for making fence posts, tree nails, flooring, furniture, woodenware etc. The wood of Robinia pseudoacacia var. rectissima, the so called 'Long Island' or 'Shipmast' locust, has a greater resistance to decay and wood borers, outlasting other locust posts and stakes by 50 - 100%1.
A very good fuel, but it should be used with caution because it flares up and projects sparks. The wood is also used for making charcoal. A dynamic accumulator gathering minerals or nutrients from the soil and storing them in a more bioavailable form - used as fertilizer or to improve mulch1.
Propagation
Seed - pre-soak for 48 hours in warm water and sow the seed in late winter in a cold frame. A short stratification improves germination rates and time. Prick out the seedlings into individual pots when they are large enough to handle and grow them on in the greenhouse for their first winter. Plant them out into their permanent positions in the following summer. Other reports say that the seed can be sown in an outdoor seedbed in spring. The seed stores for over 10 years. Suckers taken during the dormant season1.
Footnotes:
Pascal Garbe en Didier Willery; De eetbare siertuin, (Nederlandse uitgave, pag. 302); 2022